Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Meneer Doktoor

Antoine Desmet

Antoine Desmet

stethoscoop

 

Een tijdje terug was er op Canvas een erg boeiende reeks, genaamd ‘Meneer Doktoor’. Daarin interviewde men dokters die allen ouder waren dan 75. Ze vertelden over hun carrière en wat ze allemaal meegemaakt hadden. Het was boeiend om te ontdekken dat de geneeskundige ‘prehistorie’ echt niet zo lang geleden is. Het bracht me op het idee om eens de oudste huisarts van Zele aan het woord te laten. Na enig zoeken kwam ik uit bij Antoine Desmet. Hij is de ouderdomsdeken, de nestor van onze Zeelse huisdokters. Op een avond belde ik aan in de Dreef en dokter Desmet opende zelf de deur. Hij had ook verschillende afleveringen gezien van ‘Meneer Doktoor’ en wilde heel graag zijn verhaal doen voor mijn ‘Mensen van bij Ons’. Op een vrijdagavond trok ik gewapend met m’n laptop naar zijn praktijk. Ik had een spreekkamer verwacht uit de jaren stillekes, niets was minder waar. De gang, de spreekkamer, de wachtzaal oogt jeugdig met frisse kleuren, sober met hier en daar een kleurig schilderij dat afgaand op de naam, eigen werk moet zijn.
Jeugd    

In tegenstelling tot de meeste huisartsen is Antoine ‘sant in eigen land’. Zijn roots liggen op de Dendermondebaan. Hij zag het levenslicht op 12 december van het jaar 1929 als zoon van Charles Desmet, zelfstandig transporteur, en Elza De Mets, huisvrouw. Hij mag dus dit jaar 82 kaarsjes uitblazen. Zijn ouderlijk huis staat nog steeds op de Dendermondebaan. Over zijn jeugd heeft hij niets dan lof. Dat was een leuke tijd, vertelt hij, ook al was het oorlog. Er werd veel gespeeld en er was meer samenhorigheid dan vandaag. Door de bezetting waren er wel beperkingen. Maar in de beperking toonde zich de meester. Daar waren de pubers in oorlogstijd goed in, meent Antoine, we haalden veel kattenkwaad uit en dat was plezant. Hij herinnert zich hoe ze in de Kapellestraat met wissen op plakkaten van de Waffen-SS aan het slaan waren. Juist toen het affiche los kwam, draaide een Duitse sidecar de straat in. Inpakken en wegwezen geblazen en gelukkig vormde den ijskelder een prima schuilplaats. De Dendermondebaan was een speelparadijs want er was bijna geen verkeer. Dat was echt een zalige tijd, herinnert Antoine zich.

 

Oude postkaart met zicht van de Dendermondebaan

Toch bracht de oorlog ook de nodige zorgen met zich mee. Vader Desmet had een camion waarmee hij transport deed. In mei 1940 werd hij opgeroepen en later krijgsgevangen genomen. Hij wist in Lokeren echter te ontsnappen en heeft een tijdje ondergedoken gezeten. Zijn camion werd echter opgeëist door wegtrekkende troepen en daardoor verloor hij ook tijdelijk zijn broodwinning. Zijn humaniora volgde Antoine in het Heilig Maagdcollege in Dendermonde. Doordat de Scheldebrug gebombardeerd werd en het een tijdje duurde vooraleer er een noodbrug kwam en het college opgeëist was door de Duitsers, is Antoine gedurende een hele tijd slechts één dag per week naar school geweest. Die dag kreeg hij dan zijn lessen mee voor een hele week.

Leuven

Toen hij achttien was, stopten vele van zijn klasgenoten maar zijn leraars zagen de universiteit voor hem wel zitten. Antoine koos voor geneeskunde. Samen met twee anderen van het college trok hij naar Leuven en vond hij een onderkomen in het pauscollege. Dat was goed voor één jaar, lacht Antoine nu. De sfeer was er zo beklemmend en het eten was er allesbehalve fameus. De afspraak was dat ik moest slagen in mijn eerste jaar. De stof was erg zwaar, vooral de scheikunde en de natuurkunde. Eigenlijk kregen we niet zo veel les, er was echt veel zelfstudie, vertelt hij verder. Ik heb geluk gehad, ik was geslaagd in de eerste zit. Wij hadden helemaal geen faciliteiten zoals de studenten nu. Je had twee mogelijkheden: geslaagd of gebuisd. Als je één buis had, mocht je alles herdoen. Zo simpel was dat.

Leuvense studentenclub Ros Beiaard   Het tweede jaar heb ik me een kot gezocht en ik kwam terecht bij een ouder echtpaar met een zoon die vrijgezel was. De rest van mijn tijd in Leuven heb ik daar gewoond. Het was mijn tweede thuis. Leuven was voor mij in de eerste plaats ontdekken wat je jezelf kon permitteren qua uitgaan en plezier maken.Ik had dat vrij snel ontdekt, bekent Antoine, de jaren in Leuven waren een hele mooie tijd maar ik ben altijd geslaagd in eerste zittijd. In zijn studententijd speelde Antoine ook trompet bij harmonie Sint-Cecilia. In die dagen werd er nog gerepeteerd op zaterdagavond in ‘De Kroon’. In Leuven was er ieder jaar een stoet waar de verschillende studentenclubs de handschoen tegen elkaar opnamen.Antoine was aangesloten bij de Dendermondse studentenclub ‘Ros Beiaard’, een kleine (en ook arme) club in vergelijking met bv. ‘De Zwinneblomme’ uit Knokke .Eén jaar hebben zij de eerste prijs behaald met een klein orkestje waarin Antoine trompet speelde en waar ze een grote pluchen beer en een vat bier mee wonnen.
Antoine in zijn studentenclub Ros Beiaard.
Hij staat links van nummer 14.
   
In ‘De Kroon’ kwam de Zeelse burgerij ook biljarten. Regelmatig vroegen ze Antoine om mee te spelen en blijkbaar had ie daar talent voor. Talent dat zich vertaalde in pinten in Leuven. Iedere zaterdag werd er gebiljart in afwachting van de trein. Na een tijdje was Antoine zo’n te duchten tegenstander dat ze gewoon pasten om te biljarten. Ook in ’t kaarten (whist & bieden) kon hij zijn mannetje staan.
Legerdienst    

Studeren voor dokter betekent zes jaar studie plus een jaar stage. In die tijd was er ook nog een legerdienst van achttien maanden. Het laatste jaar van zijn opleiding liep hij stage in  Antwerpen, Aalst en Leuven.  Hij draaide toen telkens drie maanden mee op de afdelingen kinderziekten, verloskunde, inwendige ziekten en chirurgie van verschillende ziekenhuizen. Een meer dan boeiend jaar! In 1955 haalde hij zijn diploma en was hij dokter.
Onmiddellijk werd hij opgeroepen voor om onze Belgische krijgsmacht te vervoegen in Duitsland. Eerst was hij gekazerneerd in Siegen waar de

 

waar de pantsertroepen gelegerd waren en daarna verhuisde hij naar Vogelsang, dat een oefenkamp was voor alle divisies. In Vogelsang was er een klein hospitaal en dat werd gerund door een kapitein-geneesheer die militair was en twee miliciens: een tandarts en Antoine als dokter. Die legerdienst was best een leerrijke tijd, vertelt hij zovele jaren later, ik werd met vele problemen geconfronteerd en leerde daar echt de routine. In mei 1956 trouwde hij met Maria Joanna De Brauwer en na hun huwelijksreis trok zijn vrouw mee naar Vogelsang. En dat maakte mijn legerdienst een pak lichter, voegt Antoine er aan toe.

Een eigen praktijk    

Tijdens de laatste maanden van zijn legerdienst in 1957 vestigde hij zich als huisarts in zijn geboortedorp. Hij startte op de Lokerenbaan in het herenhuis recht tegenover de Spoorweglaan. In die dagen waren de dokters Verstraeten, Gossey, Moens, Vuylsteke en Van Cauteren de gevestigde waarden. Dokter Geldof was even voor hem met een eigen praktijk gestart. Het was een hele andere tijd dan nu, zegt Antoine. De huisdokters werkten zeven dagen op zeven. Toch bestond er een wachtdienst op zondag en je mocht blij zijn dat je als jonge dokter aan de wachtdienst mocht deelnemen. De prestaties werden niet vergoed, die werden geïnd door de dokter die je verving. Ik werkte dus gratis. Na een tijdje heeft Antoine het absurde van deze toestand besproken met de oudste huisdokter, dokter Verstraeten, en is het systeem gewijzigd. Dokter in de jaren vijftig is echt niet te vergelijken met deze tijd, voegt Antoine er aan toe. In mijn beginperiode waren de mensen nog erg behoudsgezind en veranderen van dokter was niet zo vanzelfsprekend in die dagen.

 

En de huisdokter was vaak de enige persoon waar de mensen bij terecht kwamen. Als je dat vergelijkt met wat er nu gebeurt… we hebben meer ziekenhuizen, een spoedafdeling, specialisten… Vandaag gaan mensen echt ‘shoppen’ als ze iets mankeren. Het was ooit anders, zegt Antoine. Een consultatie kostte toen ik begon 20 frank (0.50 euro). In het begin van mijn carrière had ik verdomd veel patiënten die halfjaarlijks of jaarlijks hun rekening kwamen vereffenen.
Van bij de start beschikte Antoine over een autootje. De kliniek in Zele bestond toen al maar de Koevliet was enkel en alleen een zandwegel, breed genoeg voor één auto. Een ambulance was er niet, de brandweer beschikte wel over een voertuig dat er voor kon doorgaan, maar dat werd enkel en alleen gebruikt voor ernstige gevallen. Meestal gebeurde het ziekentransport met de auto van de huisarts. In 1960 startte men met de bouw van hun huis in de Dreef en in 1961 verhuisden ze.

Antoine Desmet op huisbezoek   In de jaren vijftig-zestig waren er nog heel wat thuisbevallingen. Antoine herinnert zich nog als de dag van gisteren zijn eerste thuisbevalling. Ik had wachtdienst, vertelt hij, en werd opgeroepen voor een bevalling in de Schoolstraat in Durmen. Een kleine werkmanswoning, de buren stonden op de uitkijk en de man van de vrouw zat op café. Ik mocht alleen naar boven trekken in een kamertje met van die halve raampjes. Het zweet stond in mijn schoenen maar het is gelukkig goed afgelopen en de kleine kwam gezond én wel op de wereld. Dat was de overgangsperiode dat vrouwen gingen bevallen in het ‘moederhuis’. Zo had ik eens een moederke, gaat Antoine verder, die al negen keer thuis bevallen was. Voor haar tiende kind raadden kennissen haar aan om naar de kliniek te gaan omdat ze daar betere zorgen kon krijgen en dies meer. Ze volgde hun raad op en de nonnekes belden me voor de bevalling. Geen avances, een tijdje later riepen ze me terug op maar nog kwam er geen schot in de zaak. Ik gaf toen het moedertje advies om maar terug naar huis te gaan. Eens thuis haalden we de baby zonder problemen op de wereld.
Een spannend moment in zijn carrière was zeker de ontploffing in de Zéloise, een spinnerij op de Lokerenbaan in 1961. Alle Zeelse huisdokters werden toen opgetrommeld naar de kliniek om de eerste nood te lenigen. Naaien, plaasters, we deden met z’n allen al het mogelijke om de slachtoffers van het ongeluk te helpen.

Aan den travers

 

Hygiëne

Antoine woonde in zijn beginperiode aan ‘den travers’ op de Lokerenbaan en met de regelmaat van de klok gebeurden daar ongelukken. Alle slachtoffers werden bij mij binnen gebracht, vertelt Antoine. Dat was niet altijd even makkelijk voor mijn vrouw, zegt hij. Heel vaak was ik op huisbezoek en terwijl ze probeerde me te bereiken, moest ze de eerste zorgen toedienen en de gekwetste en de familie geruststellen en kalmeren. Je kan je het met de beste wil van de wereld niet voorstellen, gaat hij verder maar we hebben heel wat meegemaakt. Ongelukken allerhande, maar ook dronkaards en dat was niet altijd even makkelijk. Hij herinnert zich nog als de dag van gisteren dat hij oog in oog stond met een man die met een mes zijn vrouw een kopje kleiner wou maken. Agressie is iets waar hij af en toe mee te maken had.   In de jaren vijftig-zestig hadden onze huisdokters het nog iets makkelijker om te parkeren. We hadden nog veel aardewegen in Zele, er was minder verkeer en dat maakte het een pak makkelijker om overal te parkeren. Ik had een praktijk in heel Zele en ook in Berlare, Hamme-Sint-Anna, vertelt Antoine. Ik heb op heel mijn leven heel wat gezien. Vooral op het gebied van hygiëne is er veel veranderd. Ik ben gestart in een periode waarin TBC, Gonorroe (druiper), longontsteking… nog schering en inslag waren. Heel vaak was het erop of eronder bij deze mensen en heel dikwijls was het gebrek aan hygiëne de oorzaak van al dat leed. Ik herinner me een geval van een vrouw die aan suikerziekte leed maar zich hiervoor niet wou laten verzorgen. Op een bepaald moment was het zover dat haar bloedvaten aangetast waren en ze gangreen kreeg, een ziekte waarbij lichaamsdelen afsterven door gebrek aan bloedvoorziening.

Ik kwam er bij, herinnert Antoine zich, op het moment dat haar tenen al afgestorven waren. Dat zijn echt verschrikkelijke dingen om zulke mensen te moeten helpen. Ook heeft Antoine af en toe tandarts gespeeld. Gelukkig had hij een buur als tandarts (Veranneman) waar hij wat instrumenten lenen kon om het grootste leed bij zijn patiënten te lenigen. Ook wondhechtingen waren in zijn praktijk een dagelijkse bezigheid. In tegenstelling tot zijn oudere confraters heeft Antoine nooit een eigen apotheek gehad. Het mocht niet meer omdat het een verkapte vorm van cliënteelwinning was.

Vrouw

 

Vertrouwen

In heel zijn verhaal wil Antoine ook zijn vrouw niet vergeten naast haar taak van moeder van vijf kinderen, zorgde ze ook voor de administratie, was secretaresse, telefoniste en moest de mensen opvangen. De dokter bereiken was niet altijd even makkelijk als hij op ronde was. Ik schreef iedere dag mijn lijst van huisbezoeken voor haar op, zegt Antoine, en zo kon ze ongeveer inschatten waar ik zou zijn. We hadden van een aantal patiënten het telefoonnummer en zo lukte het haar om me toch te bereiken in geval van nood. Vandaag is het een pak simpeler met de gsm.
Een dokterspraktijk combineren met een gezinsleven was ook niet altijd eenvoudig. Heel vaak stond heel het gezin op zaterdagnamiddag klaar en juist als ze wilden vertrekken... ging de telefoon. Maar de patiënten gingen voor en thuis blijven was de boodschap.

  Dokter zijn is geen nine to five-job, gaat Antoine verder. Het waren soms erg lange werkdagen. Maar dat went doorheen de jaren en ik doe mijn werk graag. Mijn patiënten weten dat ik altijd klaar stond voor hen. Ook nu nog. Huisarts is geen job als een ander. Dokter worden was voor mij enigszins een roeping en dat is het nog altijd ook al doe ik 55 jaar praktijk. Een dokter is ook vaak een vertrouwenspersoon. Mensen met problemen vroegen hem vaak om raad of vertelden gewoon waar ze mee zaten. Vaak was gewoon luisteren naar mensen al voldoende, het eens mogen vertellen werkt soms ook al helend. Een mooie anekdote was deze van een vrouw die vroeg of hij haar fortuin in zijn kluis wilde bewaren, kwestie van een ambetante familiezaak te omzeilen. Het illustreert wel mooi hoeveel vertrouwen mensen in hun dokter hadden.

Cartoon dokter met wachtdienst

 

Om de zoveel weken had je wachtdienst. Dat waren niet de prettigste dagen van de maand, vertelt Antoine. Je werkt altijd met een soort handicap want je kent de voorgeschiedenis van de patiënt niet en dat maakt het er soms niet makkelijk op. Ik heb wachtdienst gedaan tot mijn zeventigste, gaat hij verder, maar toen hebben ze de wachtdienst opgesplitst en heb ik nog verder gedaan tot mijn 75. Dan ben ik er definitief mee gestopt.

Hobby's
Van bij de start van zijn praktijk heeft Antoine altijd vakantie genomen. Ook al deden zijn confraters dat niet, hij deed dat wel. Vakantie betekende vooral op reis gaan met zijn vrouw en zijn vijf kinderen. Reizen werd doorheen de jaren één van zijn passies. Het meest trokken ze er met de auto op uit. Dat was toen de kinderen nog klein waren een hele volksverhuizing. De wieg, het kinderpark, de bagage en alle kinderen erin. Ik moet je er geen tekeningske bij maken, vertelt Antoine, en daarbij komt nog dat reizen toen nog echt reizen was. Er waren geen autostrades en naar de Provence betekende twee dagen rijden. De Provence had hun hart gestolen maar daarnaast houden Antoine en zijn vrouw schitterende souvenirs over van hun reizen naar Marokko, Kenia, Sint-Petersburg, Italië, Guyana (waar zijn eerste kleinkind geboren is)…

 

Antoine is ook gebeten door de kunst. Op heel wat reizen stonden er musea op het programma om grote meesters te kunnen bekijken. Schilderen is zijn tweede passie. In zijn praktijk hangen een aantal werken gesigneerd met Ant. Desmet. Werken die bijna allemaal die zuiderse sfeer oproepen en je zelfs in putteke winter een zomers gevoel geven.
Ik heb altijd van schilderen gehouden, bekent hij. Ik keek graag hoe kunstenaars alles op het doek kregen. Ikzelf ben een echte autodidact. Ik heb geleerd met vallen en opstaan maar door het schilderen kon ik me echt ontspannen en beleefde ik die mooie momenten uit de voorbije zomer opnieuw. Tentoongesteld heeft Antoine nooit gedaan. De meeste van zijn werken hangen in huis en zijn verspreid bij de kinderen. Antoine blijft eerder bescheiden bij zijn doeken.
Een derde passie is fotografie. Hij fotografeerde vooral zijn gezin en alles wat hem trof op reis. Hij doet het nog altijd, volledig analoog en het liefst maakt hij dia’s. Dia’s vindt hij nog altijd de max. Hij betreurt het dat dia’s passee komposee zijn. Tot de digitale fotografie hebben ze hem nooit kunnen bekeren. Hij is trouwens een echte digibeet. Hij was bij de zeventig toen de meeste dokters hun medische dossiers op computer plaatsten. Voor deze stap heeft hij gepast, hij vond het niet meer de moeite waard om al dat werk nog te doen. Huize Desmet is dus computerloos en het internet huist er in een andere wereld.
  Antoine Desmet voor één van zijn schilderijen

Anekdotes

 

 

.Plots haalt hij een papiertje te voorschijn. Ik had nog enkele anekdotes opgeschreven, zegt hij. Op een bepaald moment kwam het in de mode dat de mannen aanwezig waren bij de bevalling. Zo had ik ooit eens een vader die kostte wat kost de bevalling van zijn spruit wou fotograferen. De weeën kwamen, iedereen gefocust op de moeder en haar barensweeën en opeens achter ons BOENK ! De fotograaf van dienst was slangelings achterover gevallen en lag buiten westen op de grond. Dat was me een bevalling. Het kind kwam gezond ter wereld maar vadertje lief heeft de eerste tien dagen van haar leven in het ziekenhuis gelegen met een zware hersenschudding.
Een ander memorabel feit was de doktersstaking van 1964. De artsen legden op 1 april het werk neer als de regering-Lefèvre niet wou toegeven inzake de gratis verzorging van weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen. Om opeising te voorkomen trokken honderden artsen naar het buitenland. De regering sloeg terug door 3.500 ziekenhuisartsen en geneesheren-onderofficieren op te vorderen, en op 18 april was de historische staking voorbij.

 

In het arrondissement Dendermonde was er een wachtdienst die telkens door drie dokters werd verzekerd. De eerste moest de telefonische oproepen beantwoorden, de tweede deed de vistites en de derde moest de weg wijzen. Op een bepaald moment zat ik aan de telefoon en ik kreeg een oproep uit ’t Kloosterke voor iemand die plots onwel geworden was. Een kwartier later bellen ze terug om mee te delen dat de dokter nog niet gearriveerd was. Een kwartier later nog een telefoon met de melding dat er nog iemand onwel geworden was, de dokter met wachtdienst.
Wat Antoine ook altijd leuk vond waren de woorden die onze Kloddezakken gebruikten voor bepaalde aandoeningen. Had een vrouw een fibroom dan moest ze dringend geopereeerd worden van een vleesboom. Een andere twijfelde eraan of zijn pezewever (pacemaker) wel goed werkte.

Antoine Desmet   Pensioen

Dit jaar wordt hij 82. Denk je nog niet aan je pensioen, vraag ik hem op de man af. Een dokter stopt nooit, is zijn antwoord. Zolang ik gezond ben, doe ik voort, verduidelijkt hij. Ik ben oud geworden met mijn patiënten en vele patiënten houden vast aan hun huisdokter. Natuurlijk is mijn praktijk doorheen de jaren uitgedund. Dat is de normale gang van zaken. Ik heb mijn pensioen nooit aangevraagd, ik heb het sinds twee jaar gekregen. Ik werd uitgenodigd op het gemeentehuis om wat paperassen in te vullen en een maand later kreeg ik mijn eerste pensioen op mijn negenenzeventigste, stel je voor, lacht hij. Gelukkig mag ik naast mijn pensioen nog wat bijwerken want anders zou ik moeten stoppen hebben en dat wou ik echt niet.
Antoine zijn leven was zijn gezin en zijn praktijk. Ook al heeft hij zijn hart aan Zele verloren, aan het gemeenschapsleven heeft hij nooit echt deelgenomen. Zijn vijf kinderen hebben ondertussen ook al voor negen kleinkinderen en een achterkleinkind gezorgd maar niemand van zijn kroost heeft de voetsporen van vader gevolgd.
Antoine is een tevreden man. Beschouw me maar als iemand die geluk gehad heeft, zegt hij. Mijn gezin en ik zijn gelukkig van ziektes en ongelukken gespaard gebleven. Ik heb geprobeerd mijn best te doen voor mijn mensen en eigenlijk heb ik een heel doodgewoon, normaal leven gehad. Ik ben tevreden, besluit hij, tevreden zijn in je leven is een echte rijkdom.

Ik neem afscheid.. Bedankt, Meneer Doktoor, omdat ik mocht luisteren naar jouw verhaal. Een verhaal over een man die begaan was met zijn mensen en die in alle eenvoud en bescheidenheid Hyppocrates alle eer heeft aangedaan.

Mark De Block
31.01.2011

Afdrukken

Meneer Doktoor - Antoine Desmet

Thuiskomen

 

 

Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.

Reacties en suggesties zijn altijd welkom !